Onze eerste Chow Chow was de zwarte langhaar Zol-Che van Mongolië, geboren in 1971. Wij namen met hem deel aan een clubmatch van de Nederlandse Chow Chow Club. Daar zagen we een presentatie van enkele kortharige Chows. Dat is een originele variëteit.
In de jaren zeventig had de korthaar nauwelijks nog liefhebbers, was zo goed als onbekend en dreigde uit te sterven. Wat zonde, zo'n beeldschone hond! Voor ons wat die prachtige verschijning liefde op het eerste gezicht. Er werd nauwelijks gefokt met kortharen dus aan een pup was moeilijk te komen. Na enkele jaren geduld oefenen waren we zo gelukkig in 1978 de teef Warnsborn Shi-Kari te krijgen. Met Kari startte onze betrokkenheid bij de korthaar. Die moest toch kunnen overleven en meer bekend kunnen worden? Janneke - beroepsmatig actief in de sfeer van voorlichting en PR - nam contact op met iedere te traceren korthaar Chow-bezitter ter wereld en spoorde deze mensen aan met hun kortharen te gaan showen en fokken. Op dat moment was dat niet gebruikelijk. Kortharen werden over het algemeen niet gezien als iets om trots op te zijn. Pups waren moeilijk te plaatsen. Keurmeesters stuurden kortharen de ring uit omdat ze geen echte Chows zouden zijn. Een groepje enthousiastelingen in de VS vatte het plan op voor de Society for the Preservation of the Smooth Chow Chow. Wij werden uitgenodigd mee te doen als ‘founding members'
Tij gekeerd
Het propagandawerk heeft vruchten afgeworpen, het tij is geheel gekeerd. Nog steeds vormen kortharige Chow Chows in het ras de minderheid, maar onbekend en onbemind zijn ze niet meer. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar wereldwijd. Was het vroeger uiterst moeilijk om met een uitmuntende korthaar door te dringen tot de hoogste plaatsen in de ring, zoals we zelf met de veel geshowde Kari en Anne hebben ervaren, tegenwoordig weten kortharen met kwaliteit de keurmeesters aan te spreken. Diverse kortharen draaien nu mee aan de top. Diverse Chow liefhebbers hebben de charme van de korte vacht ontdekt, wat het fokken makkelijker en weer leuk maakt: voor de pups die je niet zelf kunt houden zijn nu serieuze belangstellenden. Het gevaar van uitsterven is geweken. Het is prachtig dat te mogen meemaken.
Veel tijd en aandacht is bij ons altijd uitgegaan naar het onderhouden van wereldwijde contacten met de korthaar pioniers, naar het schrijven en organiseren, en vooral in de beginperiode aan het presenteren van de korthaar aan een breed publiek. Aan het fokken van kortharen hebben we een bescheiden, maar in de begintijd wel vitaal, aandeel geleverd.
Meer achtergrondinformatie in dit interview op de website van uwhondenkat.
Kari en zoon Anne
Warnsborn Shi-Kari had eind 1979 een nest met haar rode KH oom Warnsborn Mombo. Daaruit werden geboren de kortharen Anne, Ago, Aya en Afka Sasja van het Bossche Front en de rode langhaar Atze. Met de teven Aya en Afka Sasja werd gefokt onder respectievelijk de kennelnaam Li Tsji Tsjiang en Hillesheem, de reu Anne bleef bij ons. Vijf maal werd hij ingezet. Hij kreeg een nest in Frankrijk (U-nest Du Grand Khan), een in België (Akbar I-nest) en drie maal in Nederland (Anhwei G-nest en V- en W-nest van de Rekels). Anne bleek homozygoot voor korthaar, met andere woorden: hij gaf compleet kortharige nesten met langharige teven. We zijn de betrokken fokkers (Christiane Laujon, Diane van Damme, Menno de Jager en Jet Vermeulen) veel dank verschuldigd dat zij het in die tijd aandurfden met een korthaar reu te fokken.
Jenny
In 1988 importeerden we uit Canada de rode korthaar Ciao Jenny Wren. Zij kreeg in 1990 een nest met rode KH Brosscroft Harvy Pooka. In dat nest zat de rode KH reu Bilbo Baggins van het Bossche Front met twee langharen: Bamse en Berenice. Bilbo bleef bij ons. Hij heeft vijf maal gedekt, twee maal in Duitsland (Ca-Caliban P- en T-nest), drie maal in Nederland (Anhwei D-nest en D- en E-nest van de Rekels). Zijn kortharige dochters Dy-Na-Mies en Eb-Be-Hout van de Rekels
kwamen bij ons wonen. Hun moeders zijn kleindochters van Anne van het Bossche Front. Met Ebbe gingen we verder.